Geleerde lessen Sleutelfiguren

Uit onderzoek naar de samenwerking met sleutelfiguren in de preventie van radicalisering, kwamen verschillende aandachtspunten naar voren. Per fase lichten we hier de belangrijkste aandachtspunten toe.

Startfase

Denk bij het opzetten van een sleutelfigurenaanpak aan de volgende zaken:

  • Het is belangrijk om eerst een heldere visie achter de aanpak van sleutelfiguren te ontwikkelen. Hierbij helpt het om over onderstaande vragen na te denken:  
  • Op welk maatschappelijk vraagstuk/probleem biedt het opzetten van een structurele samenwerking met sleutelfiguren een antwoord?  
  • Wat wil de gemeente via de samenwerking met sleutelfiguren bereiken en op welke wijze?  
  • Welke personen en/of organisaties moeten bij de aanpak betrokken worden?
  • Welke rollen en functies vervullen deze personen en/of organisaties?

Enkele voorbeelden van rollen/functies:

  • Meedenken met de beleidsvorming over preventie radicalisering.
  • Interveniëren of bemiddelen bij oplopende spanningen
  •  Het leveren van een bijdrage aan het voorkomen van radicalisering (d.m.v. activiteiten gericht op het vergroten van het bewustzijn over radicalisering of de weerbaarheid van jongeren tegen radicalisering)
  • Signaleren, delen en bespreken van zorgen over radicalisering
  • Het creëren van bestuurlijk draagvlak voor de samenwerking. Samenwerking met sleutelfiguren vraagt om een langdurige inzet en betrokkenheid van de gemeente. Bestuurlijk draagvlak voor de aanpak is daarom cruciaal.

Het werven van diverse sleutelfiguren:

  • Verbinders, vertegenwoordigers, resultaatgerichte doeners en kritische denkers;
  • Personen met diverse culturele, religieuze en professionele achtergronden, diverse leeftijden en zowel bekende als (nog) onbekende personen voor de gemeente.

Implementatiefase

Denk bij het uitvoeren van een sleutelfigurenaanpak aan de volgende zaken:

  • Het maken van heldere afspraken over het doel van de aanpak, de rol van sleutelfiguren en de wederzijdse verwachtingen.
  • Het inrichten van een eenduidig proces voor het melden van zorgelijke signalen over radicalisering en de terugkoppeling daarop. Sleutelfiguren moeten weten hoe, waar en wanneer zij een melding kunnen maken, hoe met deze informatie wordt omgegaan en welke terugkoppeling zij kunnen verwachten.
  • Het blijvend bouwen aan vertrouwen tussen gemeente en sleutelfiguren.
  • Het onderhouden van structureel contact met sleutelfiguren door te investeren in de relatie in ‘vredestijd’ en niet alleen wanneer sprake is van incidenten.
  • Het regelmatig organiseren van bijeenkomsten tussen de gemeente en sleutelfiguren (wanneer gekozen is voor een sleutelfigurennetwerk). Dit zorgt voor meer saamhorigheid, onderling vertrouwen en persoonlijke betrokkenheid van sleutelfiguren bij de aanpak. Het geniet de voorkeur deze bijeenkomsten door een externe, neutrale persoon te laten voorzitten.
  • Het organiseren van wederkerigheid tussen gemeente en sleutelfiguren, bijvoorbeeld door te investeren in kennis en vaardigheden van sleutelfiguren en hen te helpen met praktische problemen en vragen.
  • Het (publiekelijk) erkennen en waarderen van sleutelfiguren, zodat zij zich gehoord, gezien en gesteund voelen door de gemeente.
  • Periodiek reflecteren op en evalueren van het verloop en resultaten van de samenwerking tussen de gemeente en sleutelfiguren.
  • Bespreek vooraf welk proces wordt gevolgd als er aanwijzingen zijn dat iemand niet (meer) geschikt is om als sleutelfiguur te worden ingezet.
  • Zorgen voor behoud van bestuurlijk draagvlak door het college van B&W en de gemeenteraad te betrekken bij de aanpak en regelmatig verantwoording af te leggen.
  • Blijvend aandacht houden voor de werving van nieuwe sleutelfiguren, vanwege natuurlijk verloop van sleutelfiguren.
  • Aandacht hebben en behouden voor de bejegening en diversiteit van sleutelfiguren. In veel gemeenten is sprake van diverse vormen van extremisme (denk ook aan rechts-extremisme), maar worden nog vaak alleen sleutelfiguren met een islamitische achtergrond gevraagd als sleutelfiguur.
  • Initiatieven die vanuit de gemeenschap komen, werken beter dan top-down opgelegde ideeën. Idealiter heeft de overheid daarin slechts een faciliterende rol, in plaats van dat de overheid proactief mensen benadert als sleutelfiguren. Als het initiatief niet vanuit de gemeenschap komt, heb je als overheid soms geen andere keuze. Probeer in dat geval zoveel mogelijk aan te sluiten op de vraag van gemeenschappen (bijv. zorgen om veiligheid in de wijk of om de kinderen) en daarop verder te bouwen.