'Zorg voor ontmoeting vóór het schuurt'

Emre Ünver is stadsdeelvoorzitter van Amsterdam Nieuw-West. Dagelijks ziet hij hoe belangrijk het is om vroeg in te grijpen bij prille polarisatie. Niet wachten tot het schuurt, maar investeren in ontmoeting en vertrouwen tussen bewoners. “Want als de bubbels zich sluiten, is het vaak te laat.” 

Emre Ünfer groot

Emre Ünfer

Ünver is stadsdeelvoorzitter in Amsterdam Nieuw-West, het grootste stadsdeel van de stad, dat gekenmerkt wordt door diversiteit. Hij weet hoe snel maatschappelijke spanningen op lokaal niveau kunnen binnenkomen. “We leven hier in een samenleving zonder dominante norm. Niemand vormt de meerderheid, en iedereen is in zekere zin ’de ander’”, vertelt hij. “Juist daarom is het zo belangrijk dat mensen elkaar blijven ontmoeten voordat de bubbels zich sluiten.” 

Bubbels zonder bruggen

De maatschappelijke druk is voelbaar, zegt Ünver. Internationaal geweld, spanningen in Den Haag of polariserende berichten op sociale media kunnen lokaal hard binnenkomen. “Als we niet oppassen, ontstaan er bubbels waar geen bruggen meer tussen zitten. Polarisatie is niet per se verkeerd: mensen mogen het met elkaar oneens zijn. Maar als het gesprek stopt en er alleen nog óver elkaar gesproken wordt, dan ontstaat verharding.” 

Hij ziet hoe beeldvorming dan leidend wordt, en hoe mensen daaronder lijden. “Bewoners krijgen een identiteit opgedrongen waar ze zich niet per se mee identificeren. Je hoort opeens bij een groep omdat je een bepaalde achternaam hebt of ergens woont. Dat is funest voor het onderlinge vertrouwen.” 

Een concreet voorbeeld: wijkvernieuwing waarbij nieuwe bouwblokken verrijzen, terwijl bewoners aan de overkant van de straat al twintig jaar wachten op investeringen. “Dan creëer je eigenlijk een conflict tussen oude en nieuwe bewoners. Je krijgt spanningen langs sociaaleconomische lijnen, maar ook sociaal-cultureel. Als mensen elkaar de rug toekeren, komt er verharding.”

Van oude buurvrouw tot dragqueen

Zijn aanpak begint bij iets ogenschijnlijk eenvoudigs: ontmoeting. Ünver: “Op microniveau werkt dat al. Denk aan een oudere bewoonster die zich stoort aan jongeren op een plein. Als je ze met elkaar in gesprek brengt, blijkt die overlast vaak anders te worden ervaren. Soms ontstaat er zelfs een band. Doen ze boodschappen voor haar.” 

Ook op grotere schaal faciliteert hij ‘Ongewone Ontmoetingen’. Zo nodigde hij bewoners uit de LHBTIQ+-gemeenschap, onder wie een groep dragqueens, uit om een hapje te eten met andere buurtbewoners. “De eerste drempel was al dat ze daar durfden binnen te lopen. Maar toen ik een oudere dame een uur zag praten met een van hen over make-up en lingerie, en haar zelfs ‘zus’ hoorde zeggen, wist ik: dit werkt.”

Samen eten helpt daarbij enorm, weet hij uit ervaring. “Dat is bijna cultureel. Van daaruit zie je dat een gesprek echt mogelijk is.” Inmiddels vragen bewoners zelf om zulke ontmoetingen. “Komende vrijdag hebben we er een tussen buurtbewoners en azc-bewoners.” 

Online versus offline

De urgentie wordt volgens Ünver versterkt door de digitale wereld. “Ik merk dat mensen minder geneigd zijn elkaar fysiek te ontmoeten. Online kunnen we alles ongefilterd droppen. Maar zet mensen in één ruimte, en ze zien wat hun woorden doen. Dan ontstaat de bereidheid om anders te spreken.”

Hij vergelijkt het met een gezin waarin iedereen tijdens het eten op zijn telefoon kijkt. “Dan heb je geen moment meer voor elkaar. In een wijk gebeurt hetzelfde. We zitten allemaal in onze eigen bubbel, gevoed door algoritmes.”

Spanning voorkómen, niet blussen

‘Naar de voorkant werken’, noemt hij dat. Niet wachten tot het escaleert, maar in vredestijd investeren in verbinding. “Dat lukt niet met flyers”, zegt hij nuchter. “Je hebt mensen nodig die het zelf uitdragen. Als bewoners zélf een ontmoeting organiseren, is de impact vele malen groter.” 

Zo ontstaan netwerken van bewoners die anderen mobiliseren. Van vaders die praten over jongerenvoorzieningen tot vrijwilligers die zich inzetten voor azc-bewoners. Het stadsdeel telt inmiddels honderd buurtouders: mensen die vrijwillig de straat op gaan en zeggen: ‘We gaan die verbinding maken.’ 

Ünver: “Ik geloof in de goedheid van mensen als je ze bij elkaar brengt. Dan is er ruimte voor nuance, voor humor, voor waardering. Online lukt dat nooit.” 

De kracht van eigenaarschap

Zijn aanpak is niet vrijblijvend. Transparantie over de verdeling van schaarse middelen hoort erbij. “Je moet kunnen uitleggen waarom de ene buurt nu iets krijgt en de andere later. Anders voed je het gevoel dat groepen tegen elkaar uitgespeeld worden.”

Hij zag het effect toen hij in plaats van aparte beleidsagenda’s voor vrouwen, LHBTI+’ers of mensen met een beperking, koos voor één gedeelde ‘agenda van het kunnen zijn’. “Zo voorkom je concurrentie tussen groepen. We ontdekten dat we niet een verzameling gemarginaliseerde minderheden zijn, maar sámen de samenleving vormen. Uiteindelijk gaat het erom dat iedereen zich in gelijke mate gezien en gewaardeerd voelt in de publieke ruimte.”

Waarom dit hem persoonlijk raakt

Het onderwerp raakt Ünver diep. “Ik ben geboren en getogen in Amsterdam, maar heb vaak gevoeld dat ik werd gezien als ‘de ander’. Ik weet hoe het is om je te moeten verhouden tot beeldvorming. En ik weet ook wat het doet als mensen teleurgesteld afhaken en zich afzetten.”

Toch blijft hij hoopvol. “Mijn oma zei ooit: ‘Omdat iedereen arm was, voelde het niet als armoede.’ Dat is me altijd bijgebleven. Verbinding zit niet in beleid of papier. Het zit in samen eten, samen lachen, samen zijn. Wat ik thuis leerde, pas ik hier toe. Het is geen rocket science. Maar het werkt wel.”