‘Polarisatie is van alle tijden’

Hans Boutellier (1953) is bijzonder hoogleraar Polarisatie & Veerkracht. Sinds 2004 bekleedt hij diverse leerstoelen op het terrein van veiligheid en samenleving. Zijn meest recente boek ‘Het nieuwe Westen’ gaat over identiteitspolitiek en polarisatie. “Polarisatie ondermijnt de weerbaarheid van een samenleving, maar ik geloof in de veerkracht van gemeenschappen, mits zij handelen vanuit het algemeen belang en open blijven staan voor anderen”, stelt hij.

Hans Boutellier

“Polarisatie is van alle tijden”, aldus Boutellier. “Het is menselijk dat mensen botsen, maar de manier waarop verschilt per land en per tijdperk. Neem het politieke stelsel in de VS, democraten versus republikeinen, en kijk in ons land naar de naoorlogse verzuiling als voorbeeld van maatschappelijke scheidslijnen. Ik ging naar een katholieke school, was lid van een katholieke vereniging en ging voor mijn vader sigaretten halen bij de katholieke sigarenboer. Dat was ook polarisatie, maar het bleef ingebed in een bredere structuur.”

Escalatie tot vijandschap

“Vandaag de dag zien we een verschuiving van ideologische collectieven naar een identitaire netwerkmaatschappij. Waar vroeger het collectief het individu definieerde, staat nu de persoonlijke identiteit centraal”, vervolgt hij. Primaire kenmerken zoals gender, etniciteit of religie spelen een grotere rol, wat volgens Boutellier polariserend werkt. “Al jouw meningen liggen meer aan de oppervlakte; ze zijn niet langer ingebed in een groter geheel.”

Boutellier ontwikkelde zelf een formule om het polarisatieproces begrijpelijk te maken: ‘polarisatie = mate van mobilisatie x escalatie tot vijandschap’. “De cruciale vraag is: is er sprake van vijandschap? Dit begint wanneer je anderen niet meer wilt zien, horen of zelfs ontmenselijkt. De andere factor is de mate waarin dat gemobiliseerd wordt. Een voorbeeld: met een fakkel in de tuin van een politicus gaan staan, vind ik een behoorlijk vijandige actie. Individueel weliswaar, maar door aandacht op sociale media wordt het groot en krijgt het een mobiliserend effect.”

Horizontale en verticale polarisatie

Polarisatie kan horizontaal of verticaal zijn, weet Boutellier. “Onder horizontale polarisatie versta ik conflicten tussen groepen, zoals religieuze of etnische verschillen.” Verticale polarisatie, die hij constateert in twee varianten – bottom-up en top-down – vindt hij problematischer. “Bottom-up gaat om groepen die zich verzetten tegen het systeem, de elite, de journalistiek, de rechtspraak - zoals de soevereinen. We noemen dit anti-institutioneel extremisme. Maar de top-downvariant is nog verontrustender: vanuit de politiek gericht op sommige bevolkingsgroepen, bijvoorbeeld in de vorm van discriminatie.”

Zorgelijke signalen

Volgens Boutellier is Nederland minder vatbaar voor polarisatie dankzij zijn pluriforme en open karakter. Toch ziet hij zorgelijke signalen, zoals een afkalvende solidariteit en groeiende samenklontering van kenmerken tussen groepen, bijvoorbeeld op basis van opleidingsniveau of tegenstelling landelijk-stedelijk gebied. “Een voorbeeld? Ik sprak laatst een directeur van een vmbo-school die Paarse Vrijdag organiseerde om inclusiviteit te bevorderen. Sommige leerlingen weigerden echter onder de paarse ballonnenboog door te lopen; anderen bleven zelfs thuis.”

Boutellier: “Als generalisaties en vijandigheid richting groepen toenemen, moeten we alert zijn.” Daarom werkt hij op de VU met collega’s aan een ‘Sentimenter’, een instrument dat sociale media analyseert om het publieke sentiment en de mate van polarisatie in kaart te brengen. “Wetenschap kan helpen om vroegtijdig signalen van polarisatie te herkennen”, licht hij het belang van dit instrument toe.

Veerkrachtig blijven

Tot vijf jaar geleden dacht Boutellier dat hij in zijn leven geen oorlog zou meemaken. Nu is hij daar niet meer zo zeker van. “Je ziet dat hybride oorlogvoering in opkomst is: het hacken van de digitale infrastructuur en het via sociale media beïnvloeden van verkiezingen. Hybride oorlogsvoering gedijt goed als er binnen een land een instabiele situatie is. Dat vind ik best zorgelijk. Daar komt bij dat de Tweede Wereldoorlog het grote morele ijkpunt in onze samenleving was. Nu er bijna geen ooggetuigen meer van zijn, verliezen we een belangrijk referentiekader. Dat maakt ons kwetsbaarder.”

Toch blijft de hoogleraar optimistisch: “Ik geloof in de veerkracht van gemeenschappen, zolang zij handelen vanuit het algemeen belang en open blijven staan voor anderen. Het gaat erom dat we de liberale, democratische rechtsstaat behouden, waar ieder individu ertoe doet, we zelf onze volksvertegenwoordigers kiezen en onafhankelijke checks and balances inbouwen. Polarisatie is van alle tijden, maar door het tijdig herkennen van signalen en het bevorderen van samenhang kan onze samenleving veerkrachtig blijven.