Een concreet model om radicalisering te voorkomen

Preventie van radicalisering en extremisme is geen vraagstuk van het veiligheidsdomein alleen. Ook het sociale domein heeft hierin een rol en samenwerken tussen beide domeinen is nodig, zoals het preventieclassificatiemodel inzichtelijk maakt. Dit model is ontwikkeld door Amy-Jane Gielen, een onderzoeker en adviseur die gepromoveerd is op het voorkomen van radicalisering.

Het preventieclassificatiemodel

Het preventieclassificatiemodel neemt het fenomeen van individuele radicalisering als uitgangspunt, in plaats van de taken van de professional. Het laat zien dat het sociaal domein en het veiligheidsdomein gezamenlijk werken aan een maatschappelijke opgave: het voorkomen en tegengaan van radicalisering.

Preventie classificatie model

Lees over de verschillende mate van eigenaarschap binnen de fases van het model meer in dit artikel

Amy-Jane Gielen, onderzoeker en oprichter van A.G. Advies, een onderzoeks- en adviesbureau op het gebied van jeugd, welzijn en integratie

Waarom ontwikkelde je een preventieclassificatiemodel, gericht op het voorkomen en tegengaan van radicalisering?

‘Onder preventie werden allerlei activiteiten geschaard: van interreligieuze dialogen tot exit-interventies om mensen uit een extremistisch milieu te halen. Zoals er voor criminaliteit of gezondheidszorg ook een preventieclassificatiemodel bestaat, maakte ik een model voor de preventie van radicalisering. Ik wilde het hele spectrum aan interventies visualiseren, zodat in één oogopslag duidelijk is voor welke doelgroep je iets doet in welke fase.’

"Ik wilde het hele spectrum aan interventies visualiseren, zodat in één oogopslag duidelijk is voor welke doelgroep je iets doet in welke fase."

Welke verschillende fases van preventie onderscheid je?

‘Het begint met hele brede preventie, gericht op de samenleving als geheel, en trechtert dan steeds verder. Ik onderscheid drie fasen, zoals in de illustratie te zien is. Primaire preventie richt zich op het versterken van weerbaarheid en het toerusten van ambtenaren, professionals en sleutelfiguren, om kwetsbare groepen en individuen te herkennen. Dit is de fase waarin het sociaal domein onmisbaar is. Bij secundaire preventie is er sprake van maatwerk om verdere radicalisering van radicaliserende mensen tegen te gaan. Tertiaire preventie moet voorkomen dat extremisten opnieuw de fout ingaan.’ 

"Ik wilde het hele spectrum aan interventies visualiseren, zodat in één oogopslag duidelijk is voor welke doelgroep je iets doet in welke fase."

Wat maakt het preventieclassificatiemodel inzichtelijk?

‘Jarenlang trok het veiligheidsdomein dit thema naar zich toe. Logisch, want op het moment dat je te maken hebt met extremisme heb je automatisch een veiligheidsprobleem. Tegelijkertijd bevat antiradicalisering ook vroegtijdige preventie. OOV-ambtenaren kwamen daardoor in een spagaat. Ze moesten activiteiten organiseren die normaal gesproken georganiseerd worden door onderwijs, jeugdzorg of jongerenwerk. Ambtenaren uit het sociaal domein zeiden: “Wij zijn niet van de radicalisering, want dat gaat over terrorisme en aanslagen.” Het model laat zien dat primaire preventie typisch iets is voor het sociaal domein. Het gaat namelijk ook om het versterken van weerbaarheid.’

Welke visie heb jij?

‘Preventie loont. Bij antiradicalisering kunnen we dat op dit moment nog niet goed bewijzen, daarvoor zal er meer geëvalueerd moeten worden. Gelukkig is daar de Toolkit Evidence Based Werken voor ontwikkeld. Maar of het nu gaat om criminaliteit, jeugdzorg of gezondheid: aan de “voorkant” investeren is altijd goedkoper dan later proberen te repareren. Zeker met een thema als radicalisering. Een terroristische aanslag kun je je niet veroorloven. Het ontwrichtende effect is erger dan bij andere thema’s.’

"Het model laat zien dat primaire preventie typisch iets is voor het sociaal domein."

Zou elke gemeente zich moeten bezighouden met preventie?

‘Ja, in elke gemeente is samenwerking tussen het sociaal domein en het veiligheidsdomein raadzaam. Daarnaast zou ik preventie selectief en op maat inzetten. Jarenlang had Nederland het een-na-hoogste dreigingsniveau, maar dat was voor de gemeente Den Haag relevanter dan voor een dorp in Friesland. Alhoewel er ook mensen naar Syrië reisden uit dorpen waarvan we het niet hadden verwacht. Het kan in elke gemeente voorkomen, je moet wel degelijk voorbereid zijn. Primaire preventie is daarom zo belangrijk.’

Hoe houd je grip als gemeente?

‘Niet iedere gemeente heeft een compleet antiradicaliseringsprogramma nodig, maar zorg ervoor dat je een aantal basiszaken op orde hebt. Het is belangrijk dat inwoners zich gezien en gehoord voelen, dat iedereen de kans krijgt om mee te doen en dat mensen weerbaar zijn. Ambtenaren uit het sociaal domein kunnen daar vanuit hun expertise aan bijdragen. Daarnaast is een goede samenwerking tussen het sociaal domein en het veiligheidsdomein belangrijk. Als een school zich zorgen maakt over een jongere die het radicale pad op dreigt te gaan, is het fijn als dit tijdig wordt gesignaleerd, want dan kun je passende hulp bieden. Bijvoorbeeld door een jongerenwerker aan de jongere te koppelen voor coaching en begeleiding.’

"In elke gemeente is samenwerking tussen het sociaal domein en het veiligheidsdomein raadzaam."

In veel gemeenten ontbreekt een eenduidige visie op preventie van radicalisering, waardoor het lastig is om tot een integrale aanpak te komen. Hoe kan dit model daarbij helpen?

‘Gebruik dit model eens in een sessie met collega’s van het sociaal domein en het veiligheidsdomein. En stel de volgende vragen: Wat doen we al? Waar past die activiteit het beste in? En wie is daarvan? Is het logisch dat die persoon dat blijft doen? En wat hebben we nog nodig? Het model maakt inzichtelijk hoe het beleid er idealiter uitziet en wat de gemeente al doet. Blinde vlekken komen daardoor ook aan het licht.’

Je komt bij gemeenten in heel Nederland om programmascans te maken van preventieactiviteiten. Wat kom je zoal tegen?

‘Onder invloed van het landelijk beleid leggen gemeenten soms de focus op jihadisme, terwijl ze in de praktijk meer last hebben van het risico op links- en rechts-extremisme. Dan sluit het gemeentelijke beleid niet aan op de realiteit. Het preventieclassificatiemodel gaat over radicalisering in al zijn verschijningsvormen, dus ook over boerenprotesten die kunnen omslaan in extremisme.’

"Het preventieclassificatie- model gaat over radicalisering in al zijn verschijnings- vormen."

Tot slot: heb je nog praktische tips voor gemeenten?

‘Organiseer focusgroepen met ambtenaren van verschillende afdelingen en domeinen. En nodig daarbij ook een wijkagent, de jongerenwerker, de welzijnswerker, sleutelfiguren en onderwijspartners uit. Vraag niet: “Kennen jullie nog radicalen?”, want dan is het antwoord “nee”. Neem partners eerst mee in wat radicalisering nu eigenlijk is. Wat zijn risicofactoren en hoe kan radicalisering zich uiten? Vraag vervolgens naar zorgelijke signalen. Verder is het raadzaam om met deze partners regelmatig een “thermometergesprek” te voeren: wat zie je, wat hoor je? Niet om namen en rugnummers te geven, maar om trends te delen. Zijn er in bepaalde wijken akkefietjes langs etnische of religieuze scheidslijnen? Weet wat er speelt, zodat je gericht kunt sturen. Voer bijvoorbeeld de quickscan uit die te vinden is in de Toolkit Evidence Based Werken. Binnen een kwartier heb je als gemeente dan in beeld hoe goed veiligheidsdomein en sociaal domein verbonden zijn en waar nog ruimte is voor verbetering.’ 

Wie is Amy-Jane Gielen?
Dr. Amy-Jane Gielen werkt al 13 jaar als onderzoeker en adviseur op het terrein van radicalisering. Ze is gepromoveerd op de effectiviteit van antiradicaliseringsbeleid. Amy-Jane is mede-ontwikkelaar van de Toolkit Evidence Based Werken. Deze toolkit stelt gemeenten in staat om bijvoorbeeld hun opvoedingsondersteuningsprogramma’s en sleutelfigurenaanpak te evalueren. Zij heeft voor diverse gemeenten workshops verzorgd om de samenwerking tussen de verschillende domeinen te bevorderen en heeft diverse interventies geëvalueerd die de weerbaarheid van jongeren proberen te verhogen. In het verleden heeft zij ook gezinnen van Syriëgangers ondersteund, waardoor zij zelf ook heeft ervaren hoe belangrijk het is om domeinoverstijgend te werken en een verbindende schakel te zijn tussen diverse partijen uit het sociaal en het veiligheidsdomein, zoals onderwijs, jeugdhulpverleners, het wijkteam, politie en gemeenten. Voor Platform JEP geeft zij workshops in gemeenten om het sociaal domein en het veiligheidsdomein meer aan elkaar te verbinden. Meer weten? Kijk dan bij trainingen en tools van Platform JEP.