Over de werkwijze

Professionals in het jeugddomein worden de laatste jaren steeds vaker geconfronteerd met signalen van mogelijke radicalisering van jongeren. Deze signalen roepen veel vragen en dilemma's op. Ook zijn er soms zorgen over de eigen veiligheid en die van de jongere en zijn omgeving. De ingrijpende gevolgen die mogelijke radicalisering kan hebben, kunnen professionals extra onder druk zetten. In deze context wordt van professionals veel gevraagd. Hoe herken je signalen? Welke stappen zet je om de signalen te duiden en de veiligheidsrisico’s te taxeren? En als je de signalen met anderen wilt delen, hoe doe je dat zorgvuldig?

Veiligheidsrisico's is een verzamelterm voor verschillende typen risico’s voor de veiligheid. Voorbeelden zijn risico's voor de veiligheid van de professional, de jongere zelf, van zijn ouders en broertjes en zusjes, van de omgeving (school, buurt, dorp, stad), en regionale en nationale veiligheid.

Bij het extern delen van informatie hebben professionals in het jeugddomein te maken met hun beroepsgeheim. Voor het uitwisselen van informatie hebben zij toestemming nodig van de jongere en/of zijn ouders. Uit het onderzoek Weerbare jongeren, weerbare professionals blijkt dat professionals het uitwisselen van informatie in de aanpak van radicalisering als een knelpunt ervaren. Ze zijn onzeker en weten niet precies wat wel en niet mag en hoe ze zorgvuldig een besluit nemen over het delen van informatie.

Doel

De ' Werkwijze informatie delen bij mogelijke radicalisering' bestaat uit zes stappen die leiden tot een zorgvuldig besluit over het delen van informatie. De werkwijze neemt de onzekerheid van professionals over het delen van informatie weg door de professional stap voor stap door het proces te gidsen. Vanaf het moment dat hij zorgen heeft over veiligheidsrisico's vanwege radicalisering, tot aan de beslissing om extern informatie te delen. Deze werkwijze moedigt de professional aan om in actie te komen bij signalen van radicalisering, en biedt een betrouwbare gids. Welke stappen moet hij zetten om zorgvuldig tot een besluit te komen over het extern delen van informatie?

Het is mogelijk voor een professional om zijn beroepsgeheim te verbreken en zonder toestemming van de jongere de signalen van radicalisering extern te delen. Dit kan echter niet zomaar. Professionals moeten per casus een zorgvuldige afweging maken. De stappen van de werkwijze vertalen de eisen die de wet (Algemene Verordening Gegevensbescherming), klachtencommissies en (tucht)rechters stellen aan professionals als zij informatie over een jongere extern delen. De werkwijze maakt de professional duidelijk welke stappen hij moet zetten om op een zorgvuldige manier zijn beroepsgeheim te verbreken. Het doorlopen van deze stappen zorgt ervoor dat de professional aan alles denkt voordat hij besluit tot het extern delen van informatie zonder dat daarvoor toestemming is gegeven.

Voor wie

De werkwijze is bedoeld voor professionals die met jongeren werken, zoals (jeugd)artsen, (jeugd)psychiaters, (jeugd)therapeuten, (jeugd)verpleegkundigen, (jeugd)hulpverleners, docenten, kinder- en jongerenwerkers, (school)maatschappelijk werkers en medewerkers van lokale sociale teams. Al deze professionals duiden we in deze werkwijze aan als 'professional', waarnaar we verwijzen met de hij-vorm. Uiteraard worden hier mannen en vrouwen bedoeld. De werkwijze is geschreven voor professionals uit verschillende sectoren. Voor een sectorspecifieke inkleuring van de stappen wordt verwezen naar aanvullende documenten over privacy die in de verschillende sectoren ontwikkeld zijn.

Verschil tussen werkwijze en meldcode

Bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling wordt al jaren gewerkt met de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Dit blijkt een effectief middel om professionals te ondersteunen in de omgang met deze signalen. Mede daarom is er ook voor signalen van radicalisering gekozen voor een werkwijze met een aantal stappen.

Toch zijn er belangrijke verschillen tussen het signaleren van radicalisering en het signaleren van huiselijk geweld en kindermishandeling. Zo speelt bij signalen van radicalisering in de afwegingen die professionals moeten maken de dreiging mee van de ingrijpende gevolgen die radicalisering voor alle betrokkenen en voor de samenleving kan hebben. Ook juridisch zijn er relevante verschillen: zo geldt bij huiselijk geweld en kindermishandeling een wettelijk meldrecht en een wettelijke verplichting om een meldcode (stappenplan) te hanteren. De regionaal werkende Veilig Thuis-organisaties fungeren binnen de eigen regio als centraal informatie-, advies- en meldpunt. Bovendien hebben deze Veilig Thuis-organisaties wettelijke bevoegdheden om meldingen van huiselijk geweld en kindermishandeling te ontvangen en daar onderzoek naar te doen. Radicalisering kent geen wettelijk meldrecht en ook geen landelijk of regionaal meldpunt.

Een gevolg hiervan is dat in deze werkwijze niet eenduidig naar één instantie kan worden verwezen voor informatie en advies. Vanwege de veiligheidsrisico’s die worden gesignaleerd ligt het wel voor de hand om de informatie te delen met de politie en/of de ambtenaar openbare orde en veiligheid van de gemeente. Platform JEP is goed thuis in de regionale organisatie van de aanpak van radicalisering en kan professionals zo nodig adviseren waar ze in de eigen regio terechtkunnen voor advies, overleg en het delen van informatie.