Ga in gesprek met de jongere

Heeft de gebeurtenis impact op een bepaalde jongere, voer dan - afhankelijk van de situatie en uw relatie tot de jongere - een informeel gesprek met hem of haar om te weten te komen wat er bij deze jongere speelt, met wie hij of zij omgaat en wat mogelijk (achterliggende) hulpvragen zijn. Vertrouw in de eerste plaats op de gespreksvaardigheden die u al bezit.

Wat kunt u bespreken?

Hoezeer trekt de jongere zich de gebeurtenis aan? Gaat hij of zij er goed mee om? Op welke manier voelt de jongere zich hierbij betrokken? Wat is zijn of haar wereldbeeld? Is de jongere gemakkelijk beïnvloedbaar? Zijn er ook andere gebeurtenissen die mogelijk werken als triggerfactor in het radicaliseringsproces?

Voer een open, begripvol, onbevooroordeeld en nieuwsgierig gesprek. Vermijd een discussie als de jongere zijn of haar ervaringen, idealen en/of denkbeelden uitspreekt. Ook zorgen over mogelijke radicalisering benoemt u niet in het gesprek. Let op: de kans is ook aanwezig dat een dergelijk gesprek met de politie achterdocht oproept, en dat een gesprek zelf impact kan hebben.

Wat kunt u nog meer doen?

Merkt u dat de gebeurtenissen meerdere jongeren bereiken en hen erg bezighoudt? Probeer dan met hen in gesprek te gaan. Dit kunt u doen in samenwerking met het jongerenwerk. Informatie over hoe zo’n gesprek te voeren vindt u bij de handelingsperspectieven voor onder andere jongerenwerkers.