Ga open en nieuwsgierig het gesprek aan

Als professional neem je altijd je eigen gevoel en waarden mee in een casus. Zeker als je geconfronteerd wordt met heftige casuïstiek rondom radicalisering of bijvoorbeeld kindermishandeling. Hoe ga je hiermee om? Bespreek het in ieder geval met een collega, zeggen twee ervaren professionals.

'Op beide onderwerpen, bij radicalisering misschien nog sterker dan bij kindermishandeling, zit een maatschappelijk taboe', zegt Anita, expert bij het Nederlands Jeugdinstituut. 'Als professional voel je: ik mag geen fouten maken, ik moet weten wat er aan de hand is. Maar de werkelijkheid is zelden zwart-wit. Eerder licht- en donkergrijs.'

Juist bij radicalisering ziet Layla, casemanager bij het Landelijk Steunpunt Extremisme (LSE), veel grijstinten. Casussen die bij hen worden aangemeld lijken soms zorgelijker dan ze uiteindelijk blijken te zijn. 'Dan is er iets heel anders aan de hand en kan een lokaal wijkteam daar prima mee aan de slag.'

'Professionals willen niet ten onrechte iemand in verband brengen met radicalisering of kindermishandeling'

Maar soms is het andersom en worden casussen te laat aangemeld bij het LSE. Dat maakt deze casuïstiek zo moeilijk: professionals voelen de druk om geen signalen te missen, maar willen ook niet ten onrechte een ouder of een jongere in verband brengen met radicalisering of kindermishandeling, zegt Layla. 'Want als je iemand het etiket "radicaal" geeft, komt die daar moeilijk weer vanaf.'

Intuïtie

Layla probeert zo onbevangen mogelijk aan een casus te beginnen. 'Op het moment dat ik bij een persoon of gezin binnenstap, heb ik vaak een onderbuikgevoel. En als mens heb ik vooroordelen. Maar ik zet die zoveel mogelijk opzij om neutraal naar de casus te kijken.'

Tegelijkertijd weet ze uit ervaring dat het goed is om waarde te hechten aan haar intuïtie. Onlangs werkte ze met een jongen die op sociale media ironisch bedoelde plaatjes met een racistische ondertoon verspreidde. Op online discussieplatforms schreef hij kritisch over multiculturalisme, vluchtelingen en het homohuwelijk. 'Dat is op zich niet zorgelijk en valt onder de vrijheid van meningsuiting. Maar ik bemerkte een onnatuurlijke zorgvuldigheid in zijn formulering. Alsof er meer omging in zijn hoofd dan hij wilde delen.' Layla volgde haar gevoel en ging uitgebreid met deze jongen in gesprek. 'Uiteindelijk bleek dat hij bereid was om snel "het heft in eigen hand te nemen", omdat niemand volgens hem bereid was het vaderland te beschermen tegen indringers. Het was dus wel degelijk een zorgelijke casus.'

Zintuigen aflopen

'Ik herken wat Layla zegt', vult Anita aan. 'We hebben allemaal een eerste indruk als je ergens binnenkomt. De uitdaging is dan om toch met een open nieuwsgierigheid het gesprek aan te gaan.' Er kunnen situaties zijn waarin je schrikt van je eerste indruk. Kennis en ervaring helpen dan, weet Anita. 'Ik weet welke leefdomeinen ik moet uitvragen en welke vragen ik moet stellen. Daar kan ik in zo'n situatie op terugvallen.'

Als je onderbuikgevoel blijft knagen, is het belangrijk om dat verder te onderzoeken. 'Niet om alleen maar bewijs voor je eigen intuïtie te zoeken, maar om jezelf actief te bevragen. Vaak loop ik dan mijn zintuigen af. Wat heb ik gezien, gehoord, geroken? Zo kan ik onderbouwen wat ik voel, en beter begrijpen waar het vandaan komt. Zegt het gevoel iets over mij? Of over de situatie in de casus?'

'Het vraagt lef om te benoemen wat je ziet of hoort zonder iemand daarmee te kwetsen'

Persoonlijk geraakt

'Dat vraagt lef van professionals', zegt Layla. 'Lef om te benoemen wat je ziet of hoort. Zonder de cliënt daarmee te kwetsen.' Ze onderstreept het belang van een (cultuur)sensitieve houding. 'Ieder gezin heeft zijn eigen normen en waarden en daar wil ik bij aansluiten. Ook als hun normen en waarden anders zijn dan die van mij.'

Ze geeft het voorbeeld van een conservatieve jongeman die haar niet aankeek toen ze met hem in gesprek was. Dat botst met haar eigen waarden, maar in zo'n geval vindt ze het gesprek met de cliënt belangrijker. 'Ik vind dat een mooi voorbeeld', zegt Anita. 'Als professional ben je steeds op zoek naar de toegevoegde waarde die je hebt. Ik vind dat Layla dat heel zuiver houdt: waar zit haar persoonlijke geraaktheid? En waarom is ze daar als professional?'

'Iedere professional heeft zijn eigen bagage', zegt Layla. 'Je eigen ervaringen, pijnen en mislukkingen in je professionele leven. Die neem je altijd mee. Soms uit zich dat in handelingsverlegenheid: iets wel zien maar het niet durven aankaarten. Of bang zijn dat als je het aankaart er niets aan de hand blijkt te zijn. Daarom is methodisch werken zo belangrijk: het helpt bij het objectiveren van bevindingen en oordelen.'

Twijfels bespreken

Onderdeel van dit methodisch werken is om het samen met collega's te doen, benadrukt Anita. 'Ieder ontwikkelt vanuit zijn eigen levenservaring bepaalde voelsprieten. Het is goed om die bij complexe casussen bij elkaar te brengen. Is het vanuit mijn normenkader dat ik dit gek vind of hiervan schrik? Of vind jij het ook gek en schrik jij er ook van?'

Bij LSE gebeurt dit in een multidisciplinair overleg, legt Layla uit. 'Daar zit een psycholoog bij, casemanagers, een systeemtherapeut en een theoloog. Met die ervaring en deskundigheid komen we tot besluitvorming.'

'Is het vanuit mijn eigen normen dat ik hiervan schrik of schrik jij hier ook van?'

In dit overleg is ook ruimte voor het bespreken van twijfels en dilemma's. 'Laatst was ik op huisbezoek en sprak ik een moeder. Ik voelde dat zij meer wist over een specifieke situatie dan ze op dat moment liet blijken. Het ging om informatie die essentieel was om goede begeleiding te kunnen bieden. Maar we zaten nog in de fase waarin zij mij moest leren vertrouwen. Ik had een dilemma: vraag ik door op dit moeilijke onderwerp met het risico dat ze het contact met mij verbreekt? Of moet ik eerst meer investeren in het vertrouwen tussen ons? Zo'n dilemma leg ik intern op tafel.'

Ga open en nieuwsgierig het gesprek aan

Maatschappelijke schrikreactie

Zowel kindermishandeling als radicalisering kennen heftige casuïstiek, die soms uitgebreide media-aandacht hebben gekregen. Kan zo'n casus invloed hebben op het inschatten en beoordelen van een nieuwe casus?

'Ik denk dat de maatschappelijke reactie op zo'n casus belangrijk is', zegt Anita. Bijvoorbeeld de zaak-Savanna (de gewelddadige dood van de driejarige Savanna in 2004 bracht grote maatschappelijke ophef teweeg en een strafrechtelijk onderzoek naar de rol van de jeugdhulpverlening in dit gezin, red.) leidde ertoe dat er veel beleid werd gemaakt vanuit de gedachte van maakbaarheid en beheersbaarheid.
 De hoeveelheid protocollen en instrumenten om risico's in te schatten is sinds die tijd enorm toegenomen. Aan de ene kant is dat helpend. Maar aan de andere kant zie je dat professionals, soms uit angst, geneigd zijn om hun eigen ervaringskennis ondergeschikt te maken aan protocollen en richtlijnen.'

Die maatschappelijke reactie ziet Layla ook bij het thema radicalisering. 'Radicalisering is een hot item en er is opgeroepen om te melden als je iets verdachts ziet. Nu kan iemand een melding doen van zijn buurvrouw die ineens een hoofddoek draagt, omdat hij dat associeert met radicalisering. De schrikreactie in de maatschappij maakt soms dat mensen een etiket van radicalisering krijgen, terwijl dat etiket niet passend is.'

'Betere oordeelsvorming leer je met vallen en opstaan'

Fout gedaan

Zo komen professionals al doende en reflecterende tot betere oordeelsvorming. 'Dit leer je niet in een opleiding', zegt Anita. 'In de opleiding krijg je kennisbagage mee, maar dit leer je met vallen en opstaan. In de vlieguren die je maakt en vooral in gesprek met anderen. Door gewoon te zeggen: ik heb het hartstikke fout gedaan. Of: ik weet het niet.'

Layla: 'Dat is het lef dat je als professional moet hebben.'

'Inderdaad, want dat is niet eenvoudig. Maar daar leer je wel het meeste van. En het helpt anderen ook. Als jij deelt dat je een keer iets fout hebt gedaan, wil een ander dat ook doen.'

Deskundigheid

Collega's kun je ook buiten je eigen organisatie opzoeken, zegt Layla. 'Als je in een situatie vermoedens hebt van radicalisering, kun je altijd het LSE bellen om mee te denken. Maak gebruik van de hulpverleners die er zijn. En als je dat doet: twijfel dan niet aan je eigen deskundigheid. Want gebruikmaken van een andere hulpverlener is ook deskundigheid.'

Anita beaamt dit. Ze spreekt over het 'oeps-gevoel': het gevoel dat je het als professional even niet weet. 'Neem dat serieus, want vaak is dat een signaal dat je met een complex probleem te maken hebt, dat je niet helemaal kunt overzien en zich überhaupt niet helemaal laat kennen. Het is dan goed om te vertragen. En inderdaad: ga op zoek naar iemand die met je mee kan kijken.'

Er bestaan verschillende tools en trainingen die professionals helpen om in een casus tot een professioneel oordeel te komen. Lees meer in het artikel 'Tools en trainingen voor professionals'.

Inzichten en aanbevelingen

  • Bij vragen, twijfels of onzekerheden: overleg met een collega. Vraag een andere professional om mee te kijken, toets je eigen gevoel en bevindingen. Oordeelsvorming doe je nooit alleen.
  • Luister naar je intuïtie, maar probeer je vooroordelen opzij te zetten en je niet te laten leiden door je onderbuikgevoel als je met een jongere of een gezin in gesprek gaat. Ga met een open en oprecht nieuwsgierige houding het gesprek aan.
  • Blijf je een onderbuikgevoel houden? Probeer dit zo feitelijk mogelijk te maken, bijvoorbeeld door je zintuigen af te gaan. Wat zag je, hoorde je, voelde je? En ook hier: overleg met een collega.
  • Zoek in een casus wat jouw toegevoegde waarde is als professional. Waarom zit je in die casus en wat wil je met de jongere of het gezin bereiken? Probeer op basis daarvan te handelen en niet op basis van je eventuele persoonlijke betrokkenheid of geraaktheid.
  • Zit je in een casus en weet je niet wat je moet doen? Twijfel je, houd je er een slecht gevoel bij, of kun je niet goed beslissen wat de volgende stap moet zijn? Vertraag dan en bedenk wat of wie je nodig hebt om de volgende stap te kunnen zetten.

Landelijk Steunpunt Extremisme

Het Landelijk Steunpunt Extremisme (LSE) is gespecialiseerd in begeleiding, hulpverlening en advisering aan families en professionals die geconfronteerd worden met radicalisering en extremisme. Het LSE biedt daarnaast verdiepingstrainingen aan voor professionals die met casuïstiek werken waarin radicalisering of extremisme speelt. Ook biedt het LSE specialistische intervisie aan, waarbij een groep professionals meerdere malen bijeenkomt om praktijkervaringen uit te wisselen, dilemma's uit casuïstiek te bespreken en te oefenen met praktijkvoorbeelden. Professionals kunnen met vragen of voor advies op casusniveau contact opnemen met het LSE: 088 - 208 00 80 of info@hetlse.nl.