Werkzame factoren voor de samenwerking tussen onderwijs en jongerenwerk

In het licht van de preventie van polarisatie en radicalisering zien we dat onderstaande factoren positieve effecten blijken te hebben.

Professionals in gesprek

Jongerenwerk

  • Er is een vast team van gespecialiseerde jongerenwerkers, die bij voorkeur in de wijk(en) werken waar de leerlingen wonen en zo de verbinding maken tussen de verschillende leefgebieden van de leerlingen/jongeren.
  • De jongerenwerkers zijn voldoende aanwezig en goed zichtbaar en benaderbaar in de school.
  • Het jongerenwerk is goed geworteld in de lokale omgeving en weet wat er speelt.
  • Vanuit de jongerenwerkorganisatie is er één vast aanspreekpunt voor het jongerenwerk in de school.

Onderwijs

  • Vanuit school is er één vast aanspreekpunt voor de jongerenwerkers en de jongerenwerkorganisatie.
  • Het schoolpersoneel en de leerlingen zijn goed op de hoogte van de taken en activiteiten van de jongerenwerkers.
  • Bij voorkeur hebben de jongerenwerkers een eigen centraal gelegen ruimte tot hun beschikking die passend is voor de activiteiten.

Gedeelde visie en werkwijze

  • Aan de basis van de samenwerking ligt een gedeelde visie op vraagstukken rondom polarisatie en radicalisering, en een gedeelde werkwijze en houding van de professionals.
  • Polarisatie en radicalisering worden in eerste instantie gezien als pedagogische vraagstukken. De focus ligt daarbij niet alleen op de weerbaarheid van individuele jongeren, maar ook op collectieve weerbaarheid en een positief pedagogisch klimaat.
  • De gedeelde werkwijze is erop gericht dat maatschappelijk gevoelige thema's en (extreme) idealen open worden besproken, en dat jongeren worden begeleid én begrensd in het vormen van hun gedachtegoed en hun identiteit.
  • Het belang van de leerlingen/jongeren staat altijd voorop.

Werkrelatie

  • Er is sprake van een gelijkwaardige werkrelatie, waarbij docenten, mentoren, zorgcoördinatoren en jongerenwerkers vertrouwen op elkaars professionaliteit.
  • Professionals zijn bereid om elkaars domeinen te respecteren maar zich wel in de ander te verplaatsen, van elkaars expertise te leren, en het eigen handelingskader uit te breiden.
  • Professionals doen hun best om over en weer inzichten te delen en informatie uit te wisselen, binnen de kaders van de wet- en regelgeving.

Taakverdeling

  • Er zijn vooraf duidelijke afspraken gemaakt over de onderlinge verwachtingen en de afbakening van taken en verantwoordelijkheden.
  • Er vindt voortdurende afstemming en evaluatie plaats om te zien of taken en rollen niet te veel door elkaar lopen, en om te beoordelen of de samenwerking goed verloopt en tot de gewenste resultaten leidt.

Randvoorwaarden

  • Er is voldoende tijd voor de professionals om aan elkaar te wennen, onderling vertrouwen te creëren, een samenwerkingsrelatie op te bouwen en te ervaren wat ze aan elkaar hebben. Daarbij is continuïteit in activiteiten én in betrokken professionals belangrijk.
  • De financiering is structureel van aard, waarbij vooraf duidelijke afspraken zijn gemaakt over verdeling, besteding en verantwoording.
  • Er is een betrokken gemeente die de samenwerking stimuleert en faciliteert – en de invulling van de samenwerking zoveel mogelijk aan de professionals overlaat.