Werken aan weerbaarheid van jongeren

Volgens onderzoek van het Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS) ervaart ruim 30 procent van de Nederlandse jongeren met een migratieachtergrond moeilijkheden in hun zoektocht naar een stabiele identiteit. In Amsterdam Zuidoost, een stadsdeel met grote diversiteit, is een toolbox ontwikkeld voor en met jongerenwerkers. Nelleke Hilhorst, senior adviseur bij het Actiecentrum Veiligheid en Zorg binnen de gemeente Amsterdam, is blij met de toolbox: ‘Weten wie je bent en wilt zijn, en het verder ontwikkelen van je meervoudige identiteit is cruciaal voor een goede ontwikkeling en maakt je weerbaar. Het zorgt ervoor dat je beter kunt omgaan met de uitdagingen die op je pad komen.’

Raoul White is manager Welzijn bij Swazoom. Hij is onder meer verantwoordelijk voor het jongerenwerk dat Swazoom doet in Amsterdam Zuidoost. Hij ziet jongeren met een migratieachtergrond in Zuidoost zoeken naar een manier om verschillende aspecten van wie zij zijn en hoe de wereld hen ziet met elkaar te rijmen. Het gaat dan onder meer om culturele achtergrond: normen en waarden, taal en tradities.  

White: ‘Voor onze jongeren is het echt twee keer zo moeilijk om die culturele identiteit te ontwikkelen. Vroeger was daarvoor meer ruimte in het onderwijs, maar jongeren in Zuidoost herkennen zich niet in de schoolboeken. Daarin zien ze niets terug over Suriname of het Caraïbisch gebied.’  

Wilma Aarts
Nelleke Hilhorst, senior adviseur Veiligheid en Zorg

White ziet vooral dat het lastig is voor jongeren met een migratieachtergrond die zelf zijn opgegroeid in Nederland. ‘Zij voelen zich én Nederlands én Turks, Hindoestaans of Marokkaans. Die twee zijn niet altijd op elkaar aangesloten. En dan heb je ook nog de diaspora vanuit de zwarte gemeenschap, uit Suriname, Ghana of het Caraïbisch gebied. Zij hebben naast een migratieverleden ook nog te maken met een slavernijverleden. Dat heeft extra impact op hun culturele identiteit.’  

Reden voor Swazoom om te kijken hoe ze jongeren in Zuidoost kunnen ondersteunen bij het ontwikkelen van hun culturele identiteit. Zowel vanuit het gemeentelijke beleidsprogramma Positief Perspectief als vanuit het programma Weerbaar Amsterdam - Drugscriminaliteit van het AcVZ – waarin de gemeente samenwerkt met onder meer politie, Openbaar Ministerie, reclasseringsorganisaties en jeugdbescherming – zag men een opgave. Namelijk dat jongeren, voor een gezonde ontwikkeling, leren: wie ben ik, wat laat ik de wereld zien en hoe ziet de wereld mij. Als deze drie kernelementen van identiteit niet in balans zijn, levert dit kwetsbaarheid op. Een kwetsbaarheid die hen ontvankelijker kan maken voor de verleidingen van (drugs)criminaliteit. 

Vanuit het AcVZ kwam daarom de opdracht om een toolbox te ontwikkelen, met handvatten voor jongerenwerkers om jongeren te helpen bij hun culturele identiteitsontwikkeling en hun weerbaarheid daarmee te vergroten. Stichting Interculturele Participatie en Integratie (Sipi) ging op basis van onderzoek van het Verwey Jonker Instituut (VWJ) deze toolbox ontwikkelen. Dit gebeurde in samenwerking met Swazoom. 

Raoul White
Links: Raoul White, manager Welzijn bij Swazoom

Inzoomen op eigen identiteit  

In de toolbox zit een brede selectie van tools. Zo richt de ene tool zich op het verkennen van de culturele identiteit en een andere op het omgaan met discriminatie. Die laatste tool gaat bijvoorbeeld in op hoe je op discriminatie kunt reageren. Dit is verwerkt tot vijf korte verhalen voor mogelijke rollenspellen. De tool leert jongeren niet alleen omgaan met discriminatie, maar ook hoe je melding maakt van discriminatie.  

Een van de tools in de toolbox richt zich op het verdiepen van je eigen identiteit via het maken van een levenslijn. Centraal staat de jongere die op zijn eigen leven reflecteert: Welke normen en waarden heb ik meegekregen en heb ik zelf? Wat is het netwerk om mij heen? Wie zijn belangrijke personen voor mij? Het doel is de jongere bewust(er) te maken van diens eigen kracht. White: ‘Wat je zou willen is dat het zelfvertrouwen [van de jongere, red.] vergroot wordt en dat je beter kan omgaan met moeilijke dingen die je in je leven tegenkomt.’  

Wilma Aarts van Sipi begeleidde de ontwikkelsessie met jongerenwerkers. Om ervoor te zorgen dat de tools aansluiten bij de jongeren en bij degenen die met de tools moeten gaan werken, zijn zij bij de ontwikkeling betrokken. 

Zij benadrukt dat de tool vooral focust op positieve keerpunten in het leven van de jongere en situaties waarin de jongere iets heeft weten te overwinnen. Aarts: ‘We hebben van de jongerenwerkers geleerd dat het anders te heavy kan worden. Je moet weten wat je kunt losmaken. Sommige jongeren hebben best wat bagage. We willen niet in therapiesessies terechtkomen, maar juist perspectief bieden en de jongeren weerbaar maken.’  

Saskia Ypma, senior beleidsadviseur en projectleider Positief Perspectief bij de gemeente Amsterdam, vult aan: ‘Het is belangrijk om als jongerenwerker aan te sluiten bij wat er leeft onder de jongeren zelf, waar zij behoefte aan hebben en om hierover open het gesprek aan te gaan. Dit zorgt voor bewustwording en reflectie, vanuit beide kanten. Als jongerenwerker kun je met behulp van deze toolbox bewuster kiezen welke interventies je inzet, om nog meer maatwerk te leveren. Hierdoor wordt het hebben van een meervoudige identiteit, een kracht die optimaal benut kan worden.’ 

‘We willen niet in therapiesessies terechtkomen, maar juist perspectief bieden en de jongeren weerbaar maken.’

Masker opzetten

Ook jongeren dachten mee. Mehmet Day van het Verwey Jonker Instituut (zie het inleidende artikel in deze e-zine, red.) vertelt welk inzicht hem dat gaf. Day: ‘Een van de jongeren zei: op het moment dat je op school zit, merk je dat je verschillende maskers op moet zetten om mee te kunnen komen. Zowel om te kunnen presteren als om aansluiting te vinden met anderen.’   

Nelleke Hilhorst
Wilma Aarts, tool ontwikkelaar SIPI

Voor Day een interessante observatie. ‘Jongeren zijn heel erg bezig met wat er vanuit hun omgeving en vanuit een bepaalde context van ze wordt verwacht. Wat zij van huis uit meekrijgen, wordt op een bepaalde manier weggestopt en als niet-relevant of als niet-gewaardeerd ervaren in bepaalde omgevingen. School is daarvan een voorbeeld. Daar wordt het spreken van de taal van herkomst, een belangrijk onderdeel van de culturele identiteit, als niet relevant beschouwd en in veel gevallen zelfs ontmoedigd. De tools helpen jongeren beseffen dat zij zelf kunnen kiezen wat zij waar en wanneer op de voorgrond willen plaatsen of niet.’  

Dat jongeren wisselen tussen identiteiten of delen daarvan, is in de wetenschap bekend als alternating identity strategy (zie ook het eerste artikel in dit magazine, red.). Het is iets wat sommige jongeren bijna automatisch en soms onbewust doen. Dat is niet iets wat aan de jongeren ligt, benadrukt Day, en bovendien ook een kracht. 

Day: ‘We willen het niet problematiseren. Tegelijkertijd is het toch een soort balanceer-act die je doet. Het is ook een maatschappelijk vraagstuk. Als bepaalde identiteitskenmerken meer worden gewaardeerd dan andere, moet je je afvragen of dat wenselijk is. Maar het is wel de realiteit voor deze jongeren. We proberen ze te laten nadenken over wat culturele identiteit voor hen betekent en hoe ze dat zouden willen uiten. En met jongerenwerkers kijken we welke type activiteiten we kunnen doen om jongeren daarin te versterken, want het gaat niet alleen om gesprekken, maar ook om rollenspellen, beeldende vormen en presentaties.’ 

‘Als bepaalde identiteitskenmerken meer worden gewaardeerd dan andere, moet je je afvragen of dat wenselijk is.’ 

Nelleke en Wilma

'De tools helpen jongeren beseffen dat zij zelf kunnen kiezen wat zij waar en wanneer op de voorgrond willen plaatsen of niet .'

Niet zomaar kopiëren-plakken  

Nu de toolbox bijna af is, is een voor de hand liggende vraag of andere jongerenwerkers of jeugdprofessionals deze ook kunnen gebruiken. De tools zijn echter speciaal doorontwikkeld voor de jongeren in Amsterdam Zuidoost, omdat er zo weinig voor handen is dat echt bij de jongeren daar past. 

Aarts: ‘We hebben eerst gekeken wat de ervaringen en verhalen zijn van de jongerenwerkers in Zuidoost. Daarna zijn we gaan ontwikkelen en hebben we gekeken hoe de tools bij de jongeren in Zuidoost passen én bij Swazoom en hun manier van werken. Uiteindelijk zijn we gekomen tot deze vijf tools. Het is een mooie aanvulling op het werk dat Swazoom al doet.’  

Bij de ontwikkeling van de tools voor Amsterdam Zuidoost is gebruik gemaakt van inzichten uit de eerder door Sipi ontwikkelde Diamant-methode. De Diamant-methode is een interventie gericht op weerbaarheid tegen radicalisering bij islamitische migrantenjeugd (meer daarover is te lezen op deze webpagina van het Nederlands Jeugdinstituut). Via training en coaching worden gevoelens van achterstelling en discriminatie aangepakt. Verder wordt gewerkt aan onder meer een gezond sociaal netwerk, herstel van de schoolloopbaan en kansen op de arbeidsmarkt. 

De toolontwikkeling voor Zuidoost laat zien dat hoewel het maken van tools maatwerk is, het wiel dus ook niet geheel opnieuw uitgevonden hoeft te worden.