School als Werkplaats: speur problemen vroeg op

Of het nu gaat om jongeren die hun plek niet kunnen vinden in de maatschappij, spijbelen, of angstig zijn en veel piekeren. Door op scholen vroegtijdig problematiek op te sporen, kun je voorkomen dat het erger wordt. Dat is het idee achter het project School als Werkplaats (SAW). Verspreid over de meer dan 130 MBO-opleidingen van het Friesland College werken 38 professionals uit de (jeugd)zorg- en hulpverlening samen met het onderwijs aan het versterken van jongeren en het voorkomen van ernstige problemen.

Enna de Haan, Alef Sies, Liesbeth Buijs
v.l.n.r. Enna de Haan, Alef Sies, Liesbeth Buijs

Een 16-jarige MBO-studente is somber. Het meisje doet niet actief mee op school, trekt zich steeds meer terug. Skipt lessen. Een docent is bezorgd en trekt aan de bel bij de medewerker van SAW (SAW-er). Die gaat in de pauze met de scholiere in gesprek. Vraagt hoe het met haar gaat. Dan blijkt dat haar moeder psychische problemen heeft en het meisje thuis veel moet opvangen. Vanaf dat moment spreken het meisje en de SAW-er elkaar geregeld. Er ontstaat een vertrouwensband. De gesprekken maken haar sterker, waardoor ze voor zichzelf durft op te komen. Langzaam gaat het beter met haar. 

‘Iedereen komt hobbels en bobbels tegen in het leven’

Van liefdesverdriet tot een verslaving

‘Iedereen komt hobbels en bobbels tegen in het leven’, vertelt Alef Sies, jongerenwerker bij Amaryllis en 8 uur per week SAW-er bij de afdeling zakelijke dienstverlening van het Friesland College. ‘Bij jongeren op het MBO kan dat allerlei vormen aannemen. Van liefdesverdriet tot een verslaving, van huiselijk geweld tot een overleden huisdier, van schulden tot psychiatrische problematiek van een ouder.’ Met als gevolg dat hun hoofd helemaal niet meer naar school staat. En hun schoolcarrière en toekomstplannen mogelijk in gevaar komen. 

10 jaar ervaring in het versterken van veerkracht

Waar het onderwijs zich vooral richt op het eigen leiderschap van studenten, zodat zij zelf een leerroute uitstippelen die moet leiden tot een diploma, kijken de SAW-ers naar mogelijke belemmeringen zoals Sies die opsomt. Liesbeth Buijs, teamleider van SAW: ‘Wat speelt er in het leven van een jongere dat hij die stip op de horizon niet kan zetten? Of sterker nog: misschien niet eens ziet.’ Door naast een jongere te gaan staan, aan te sluiten bij wat er op dat moment in diens leven speelt en daarop af te stemmen, proberen de SAW-ers te bouwen aan zijn of haar veerkracht. En de voorwaarden te scheppen waarbinnen een jongere zijn problemen kan oplossen. Grondslag voor hun handelen is de presentiebenadering van prof. dr. Andries Baart . ‘Zo werken we nu al 10 jaar’, aldus Buijs. SAW startte in 2010 vanuit een samenwerking tussen het Friesland College, de Friese gemeenten, instellingen uit de (jeugd)zorg- en hulpverlening en De Friesland Zorgverzekeraar.

Werken als generalist

De 40 professionals uit het team van Buijs werken meestal 1 of 2 dagen voor SAW. De overige tijd werken ze in hun eigen vakgebied voor hun eigen organisatie, waaronder jongerenwerk, Jeugdhulp Friesland, MEE, Fier, de GGD, welzijnsorganisatie Amaryllis en het Friesland College. Allemaal beschikken ze over eigen kennis en expertise. Loverboys, eergerelateerd geweld, op straat hangen, autisme, ADHD, verslavingen, opvoeding en ontwikkeling, depressies et cetera. ‘Een SAW-er werkt echter als generalist’, benadrukt Buijs. ‘Hij of zij is verbonden aan een vaste afdeling. Is aanwezig in de klas, in de pauzes, knoopt een praatje aan. Schrijft zijn of haar telefoonnummer op het bord in de klas. Een SAW-er moet een beetje bij het meubilair gaan horen.’ Komt een jongere met een specifieke vraag over bijvoorbeeld gebruik van verdovende middelen, dan kan zijn SAW-er even contact opnemen met een collega die daarover veel expertise heeft. 

Enorm laagdrempelig

Dat heeft grote voordelen, vindt Sies. ‘Een jongere hoeft bijvoorbeeld niet het gebouw binnen van de verslavingszorg. Maar maakt gewoon kennis met iemand in de schoolkantine. En niet met iemand die het logo van de verslavingszorg op zijn jasje heeft staan. Nee, gewoon met een andere SAW-er.’ Het is enorm laagdrempelig, onderstreept Enna de Haan, teammanager jongerenwerk bij Amaryllis. Buijs vult aan: ‘We zien 1 op de 4 van het totaal aantal studenten op het Friesland College. De doorverwijzing naar externe zorg die voortkomt uit onze samenwerking zit al jaren onder de 2 procent. Dat is weinig, we doen veel zelf.’ Bovendien sparren de SAW-ers met vakdocenten over hoe zij een scholier het beste kunnen begeleiden, vertelt De Haan. ‘De docenten zijn daar inmiddels helemaal aan gewend. En hebben ook het lef om met hun vragen op een SAW-er af te stappen.’  

'Wij proberen juist te voorkomen dat er iets ontstaat dat groter is dan een jongere aankan'

Preventie van polarisatie en radicalisering door vroegsignalering

Sies, De Haan en Buijs zijn ervan overtuigd dat door dit project veel problemen worden voorkomen. Neem polarisatie en radicalisering. Er zijn altijd wel spanningen op een MBO, geeft Sies aan. Denk aan thema’s als Black Lives Matter of populistische partijen die steeds meer aanhang krijgen van bepaalde groepen jongeren. ‘Ook daarin proberen wij – samen met de docenten – te signaleren. We hebben meerdere keren per maand een teamoverleg over wat er op school speelt.’ Met maatwerk - ouderavonden, klasseninterventies en individuele gesprekken - werken Sies en zijn collega’s toe naar een oplossing als groepen tegenover elkaar komen te staan.

Sies: ‘Ook beginstadia van radicalisering kunnen wij oppikken. Maar als er al sprake is van verdere radicalisering, dan kunnen we niet veel meer doen. Want dan is er al verharding, zijn scholieren de lijn over van redelijk naar onredelijk. Wij proberen juist te voorkomen dat er iets ontstaat dat groter is dan een jongere aankan.’ Sies en De Haan: ‘Wij willen zo snel mogelijk en zo vroeg mogelijk erbij zijn. Zicht hebben en houden op de jongeren.’ 
 

'Je moet gedragen worden door de organisatie. Een onderwijsinstelling moet het durven om hulpverlening de school binnen te halen. Dat is cruciaal.'

Leeuwarden, school als werplaats

Voorwaarden voor succes

Waar moet je allemaal opletten om van een project als SAW een succes te maken? Het College van Bestuur en de schooldirecties moeten erachter staan, weet Buijs. ‘Je moet gedragen worden door de organisatie. Een onderwijsinstelling moet het durven om hulpverlening de school binnen te halen. Dat is cruciaal.’ Het vertrouwen hebben van docenten en scholieren is verder een hele belangrijke factor. De vakdocenten en de coaches die scholieren begeleiden vanuit het Friesland College zijn doordrongen van de meerwaarde. ‘Dat je als driehoek scholier-docent/coach-SAW-er ontzettend veel voor een leerling kan betekenen.’ De Haan vult aan: ‘Belangrijke voorwaarde is ook dat de betrokken organisaties hun medewerkers de ruimte en vrijheid geven om als generalist binnen SAW te werken.’ 

Buijs somt verder op: ‘Je moet elkaar als team ook goed kennen. Van elkaar weten wie welke expertise in huis heeft. En daar makkelijk een beroep op kunnen doen. Ook belangrijk: dat de SAW-ers hun eigen professie levend houden. Doordat de meesten parttime werken voor SAW hebben we dat goed voor elkaar. Dat parttime werken is ook belangrijk omdat deze rol veel inzet en betrokkenheid vraagt. Fulltime is dat lastig vol te houden. Tot slot stemmen we de teams ook af op de verschillende opleidingen. Want de ene opleiding is de andere niet qua problematiek van de studenten.’ 

‘Je moet elkaar als team ook goed kennen. Van elkaar weten wie welke expertise in huis heeft. En daar makkelijk een beroep op kunnen doen.'

Valkuilen

Een andere belangrijke randvoorwaarde is dat de gemeente er achter staat. En blijft staan vanwege de continuïteit die je scholieren en docenten wilt bieden, voegen De Haan en Sies toe. Investeren in preventie betekent langdurig investeren. Machteld Seinstra, beleidsadviseur onderwijs bij de gemeente Leeuwarden, is het daarmee eens: ‘SAW is een erkende methodiek. Dat is voor ons een subsidievoorwaarde. Valkuil is wel dat het Friesland College met vestigingen in Leeuwarden en Heerenveen een regiofunctie heeft. Er komen leerlingen naartoe uit vrijwel alle Friese gemeenten.’ Dat betekent dat 18 Friese gemeenten goede afspraken met elkaar moeten maken over de financiering van het traject, vertelt ze. ‘Iets om te bedenken als je in jouw regio iets soortgelijks wilt opzetten.’ 

‘Ga niet alleen maar wachten en praten. Nee, ga het doen. Begin klein'

Gezamenlijk belang

Gemeenten en onderwijs hebben een gezamenlijk belang als het gaat om het versterken van jongeren om onder andere voortijdig schoolverlaten te voorkomen, vindt Seinstra. Als iedereen dat belang voor ogen houdt, wordt het makkelijker om financiering te regelen. 
Wat ook helpt is als duidelijke resultaten overlegd kunnen worden. En dat is nou net een beetje lastig: het meten van effecten van preventie is complex. Hoe breng je in kaart wat níet heeft plaatsgevonden? Seinstra pleit voor stevige monitoring. ‘In de rapportages die wij als subsidieverstrekker ontvangen, wordt natuurlijk getoetst aan de resultaten die we van tevoren met elkaar hebben afgesproken.’  

Buijs sluit af met een laatste tip: ‘Ga niet alleen maar wachten en praten. Nee, ga het doen. Begin klein. Zo zijn wij ooit gestart alleen op niveau 1 en 2. Met maar de volgende doelen voor ogen: minder jongeren die zonder diploma van school gaan. Preventie van allerlei vormen van problematisch gedrag, variërend van overlast veroorzaken tot radicalisering. Plus minder doorverwijzingen naar externe zorg.’

Wil je meer weten over hoe je een samenwerking tussen onderwijs en jongerenwerk tot stand brengt? Neem contact op met de ESS.