Preventie radicalisering: blik op de toekomst

Radicalisering kent vele vormen. Je kunt deze proberen te voorkomen en bestrijden. Maar voordat je het weet ontstaat er weer een nieuwe vorm. Welke kant gaat het de komende vijf jaar op? Waar dienen gemeenten rekening  mee te houden bij de preventie van radicalisering? Teun van Dongen is analist bij het International Centre for Counter-Terrorism (ICCT), Willem Wagenaar onderzoeker bij de Anne Frank Stichting. Samen werpen ze een blik op de toekomst.

Een disclaimer. Daar willen Van Dongen en Wagenaar mee aftrappen. Nog voordat ze iets zeggen over de belangrijkste trends voor de toekomst als het gaat om radicalisering en de preventie daarvan. ‘Wat we te vertellen hebben, is onder voorbehoud’, benadrukt Van Dongen. ‘We kunnen wel de lijnen beschrijven die we nu zien en wat de risico’s daarvan eventueel zijn op de langere termijn’, vult Wagenaar aan. Beiden baseren zich daarbij zowel op hun eigen onderzoek als het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) (actuele versie: 26 oktober 2021). 

Foto van Teun
Teun van Dongen, analist bij het International Centre for Counter-Terrorism (ICCT)

Maatschappelijke onvrede

Eén van de lijnen die direct in het oog springt, is de maatschappelijke onvrede. Of het nou gaat om het gebruik van een QR-code, het sluiten van de horeca en niet-essentiële winkels, of een avondklok: boze burgers houden de gemoederen bezig. Van Dongen: ‘De coronamaatregelen hebben de onvrede niet veroorzaakt, maar wel blootgelegd. Als er een pandemie uitbreekt en jouw reactie is bijvoorbeeld “dit doen ze om een totalitair regime te vestigen”, dan is er eerder al iets misgegaan. De vraag is dan ook in hoeverre de geest weer terug in de fles gaat als het met de maatregelen klaar is. Je kunt je goed voorstellen dat deze onvrede zich opnieuw manifesteert, maar dan rondom andere thema’s. Klimaat, nieuwe vluchtelingengroepen of iets wat we nu nog niet kunnen voorzien. De voedingsbodem ligt er.’ De context kan nieuw zijn, de principes onder de onvrede zijn dat niet.

‘Als er een pandemie uitbreekt en jouw reactie is bijvoorbeeld “dit doen ze om een totalitair regime te vestigen”, dan is er eerder al iets misgegaan.’

Anti-overheidssentimenten

Sterke anti-overheidssentimenten met als extreme variant het complotdenken zijn onlosmakelijk verbonden met de huidige maatschappelijke onvrede. Deze leiden tot een voortdurende stroom van bedreigingen of geweldsincidenten. Niet alleen tegen prominente figuren in de samenleving, zoals bewindslieden, maar ook steeds meer tegen “gewone” mensen. Verplegend personeel, wijkagenten, gemeenteraadsleden. Van Dongen: ‘De meeste van dit soort incidenten halen de krant niet. Maar bij elkaar opgeteld zijn ze wel van invloed.’ Hij vreest dat mensen hierdoor steeds minder kiezen voor de politiek, voor de publieke zaak. Dat mensen zich bewust (gaan) stilhouden in het maatschappelijk debat. Hoe meer incidenten in de toekomst, des te sterker dit ontwrichtende fenomeen, vermoedt hij.

Van niet meer meedoen tot groepsradicalisering

‘Ook is er een gevaar dat mensen zich afkeren van de overheid. Zich er niets meer van aantrekken en zich terugtrekken. Terwijl je als (lokale) overheid de medewerking van je burgers hard nodig hebt. Dit kan allerlei vormen aannemen, van niet meewerken aan gemeentelijke initiatieven op het gebied van leefbaarheid in kwetsbare wijken tot een parallelle samenleving willen oprichten. Kijk maar naar Amerika. Daar heb je al datingsites speciaal voor mensen uit de extreemrechtse beweging.’ Daarnaast kan het leiden tot meer groepsradicalisering, denkt Wagenaar. Grotere groepen mensen die rondom een thema gezamenlijk radicaliseren. Hij noemt de negatieve reacties op de komst van vluchtelingen in de Enschedese wijk Dolphia in 2016 als voorbeeld. De actiegroep die hier werd opgericht radicaliseerde snel en werd een bekend gezicht bij extreemrechtse demonstraties. Uiteindelijk pleegden enkele activisten uit deze groep een terroristische aanslag met een molotovcocktail op een lokale moskee, werden gepakt en veroordeeld tot lange gevangenisstraffen binnen de terrorismewetgeving.

‘Wie tegenwoordig negatieve uitspraken doet over bijvoorbeeld joden of over verschillen in ras krijgt nog steeds een hausse aan negatieve reacties over zich heen.’

Extreemrechts

Extra complex is dat een fenomeen als extreemrechts inspeelt op de bestaande brede maatschappelijke onvrede. Zo haken extreemrechtse groeperingen aan bij protestbewegingen. Zoals de demonstraties tegen coronamaatregelen, maar ook de boerenprotesten en betogingen voor het behoud van Zwarte Piet. Zo ontstaat er overlap en vermenging tussen verschillende trends. Daar komt bij dat extreemrechts in zekere zin meer geaccepteerd is. Wagenaar: ‘Wie tegenwoordig negatieve uitspraken doet over bijvoorbeeld joden of over verschillen in ras krijgt nog steeds een hausse aan negatieve reacties over zich heen. Maar in tegenstelling tot vroeger levert het je geen stempel op dat je maatschappelijk functioneren tot in de eeuwigheid belemmert.’ Ook ziet hij dat er meer ruimte is gekomen voor publiek debat over dit soort thema’s, zelfs in de Tweede Kamer. Er is meer tolerantie op dit vlak, merkt ook Van Dongen. ‘Zeker bij groepen mensen die al boos zijn op de overheid. Ideeën worden niet helemaal omarmd, maar zijn ook niet langer een taboe. Dat zie je bijvoorbeeld terug bij de protestbeweging tegen de coronamaatregelen. Voor organisatoren en deelnemers is het kennelijk geen probleem dat extreemrechtse organisaties als Voorpost en de Dietse Volkspartij in hun demonstraties meelopen.'

Moeilijk om de vinger erop te leggen

Extreemrechts stuurt hier ook bewust op aan door in het maatschappelijke debat niet het achterste van de tong te laten zien. Ze doen geen hele directe, racistische uitspraken, distantiëren zich van associaties met (neo)nazi’s, maken het minder eng. Waardoor het moeilijker is om de vinger op extreemrechts te leggen. Het is minder herkenbaar. ‘Dan wordt er bijvoorbeeld gezegd “wij zijn voor een Nederlandse identiteit”. Tsja, dat is een legitiem standpunt, al kun je er anders over denken. Pas als je kijkt hoe zij een begrip als identiteit uitleggen, dan zie je dat daarmee eigenlijk “ras” wordt bedoeld’, aldus Van Dongen. Zo kruipt extreemrechts gedachtengoed langzamerhand onder de huid van anderen.

Foto van Willem
Willem Wagenaar, onderzoeker bij de Anne Frank Stichting

Accelerationisme

Nu is de ene extreemrechtse groep de andere niet. Maar het kan zo wel snel een beangstigende kant op gaan. Neem het accelerationisme dat in opkomst is, vertelt Wagenaar. Het gedachtegoed in een notendop? ‘Het volk wordt bedreigd door kwaadwillenden. Dat zal leiden tot een rassenoorlog – daar is geen ontkomen aan. De huidige samenleving zal ineenstorten. Dus moeten wij ervoor zorgen dat we de eerste klap uitdelen, zodat uiteindelijk een witte etnostaat kan worden gesticht. Dit idee is niet nieuw, maar Amerikaanse groepen zoals The Base hebben het nieuw leven ingeblazen. En het heeft een aantrekkingskracht op een groep jongeren.’ Uit recente dreigingsbeelden blijkt ook dat de NCTV de kans op een terroristische aanslag vanuit dit gedachtengoed voorstelbaar acht. Wagenaar: ‘Veel van die jongeren die hierdoor beïnvloed raken, leven in een fantasiewereld. Roepen wel dat ze wapens gaan kopen in Polen, maar komen in werkelijkheid niet van hun kamer af. Toch hoeft er maar eentje te zijn die wel doorschiet… Daarom wordt er ook fors ingegrepen door politie en veiligheidsdiensten als er vermoedens zijn van een dergelijke potentiële dreiging.’ 

Jihadisme

Daarnaast is er het jihadisme. In het DTN van 26 oktober 2021 van de NCTV staat dat de jihadistische beweging in Nederland op dit moment gefragmenteerd is, zowel sociaal als ideologisch. De dreiging die ervan uitgaat is zeker niet weg, maar is wel afgenomen ten opzichte van 2015, vertelt Van Dongen, toen er ernstige zorgen waren over uitreizigers naar Syrië en Europa geconfronteerd werd met relatief veel aanslagen. ‘Het jihadisme is qua actierepertoire bovendien een minder rijke beweging dan extreemrechts. Het ontwrichten van de samenleving door het plegen van aanslagen staat voorop. Maar niet ironie, gelaagdheid in woordgebruik, en aanhaken bij protestbewegingen, zoals bij extreemrechts.’

Toch is er een risico dat het jihadisme weer oplaait, stelt Van Dongen. Bijvoorbeeld bij een westerse militaire interventie die door moslims kan worden opgevat als een oorlog tegen de islam. ‘Of als ergens ter wereld een zone ontstaat waar de jihadistische beweging ongeveer hetzelfde kan doen als wat IS met het kalifaat deed. En als groep weer mensen aantrekt. Daarnaast wordt spannend wat er gebeurt als IS-veteranen uit de gevangenis komen. Nemen zij een voortrekkersrol aan? Willen ze hun netwerk nieuw leven inblazen?’ 

Is extreemlinks een aandachtspunt?

En hoe zit het met extreemlinks? In hoeverre moeten gemeenten daaraan aandacht besteden? Van Dongen vindt dat je extreemlinks niet op hetzelfde niveau kunt behandelen als extreemrechts en het jihadisme. ‘Ja, er zijn in Nederland ook bewegingen die zich organiseren rondom links-extremistisch gedachtengoed, bijvoorbeeld binnen Antifa of het anarchisme. Maar dit zijn zeker niet allemaal linksextremisten, en bovendien laten de officiële dreigingsanalyses zien dat links-extremisme vooral activistisch van aard is – zeker in Nederland. Een gewelddadige dreiging is hier minder aan de orde. Sommige van deze bewegingen zijn zelfs principieel tegen geweld. Daar komt bij dat extreemlinks geweld vooral reactief is: mensen reageren op een andere beweging, met name extreemrechts. Daarin zit wel een risico voor de toekomst. Als extreemrechts toeneemt en zich nog meer manifesteert, kan er een tegenreactie ontstaan waarbij extreemlinks de confrontatie aangaat met extreemrechts. Dat is iets om in de gaten te houden als gemeente.’ 

Razendsnelle radicalisering

Of je het nu hebt over extreemrechts, extreemlinks of Jihadisme: radicalisering kan razendsnel gaan door internet. Wagenaar verwacht dat dat niet zal stoppen de komende jaren. Tot een jaar of vijf geleden gebruikten extreme groeperingen – net als heel veel organisaties – internet vooral als middel om te zenden. Nu is er veel meer interactie en dynamiek. Wagenaar: ‘Neem extreemrechts. Als je als jongere in zo’n (besloten) Telegramgroep belandt, dan is het direct ongelooflijk heftig. Het is het Derde Rijk voor en na, antisemitisme, wapens, geweld. Je hebt vrij snel twee keuzes: of je doet mee, of niet. En als je het eerste besluit, dan pas je je aan de mores in de groep aan.’ Hij verwacht dat de dynamiek op sociale media blijft. ‘Het zal ongetwijfeld ook verder veranderen, maar hoe? Dat weten we niet.’