Gemeenten vertrouwen op professionals

Gemeenten stimuleren, faciliteren én financieren de samenwerking tussen jongerenwerk en scholen. Utrecht en Almere gebruiken hiervoor landelijke versterkingsgelden voor de integrale aanpak van radicalisering. 'Door het jongerenwerk dichter bij de scholen te brengen, werken we actief aan vroege preventie.'

Gemeenten vertrouwen op professionals
v.l.n.r. Tineke Woudstra (projectleider veiligheid bij gemeente Almere), Anita Lubberdink (beleidsadviseur onderwijs bij gemeente Utrecht), Antje Velthuis (beleidsadviseur jeugd bij gemeente Utrecht) en Innocentius Bos (beleidsadviseur jeugd bij gemeente Almere)

Met veel enthousiasme vertellen Antje Velthuis (beleidsadviseur jeugd) en Anita Lubberdink (beleidsadviseur onderwijs) over de Utrechtse aanpak van het 'schooljongerenwerk'. Die aanpak is in de loop der jaren gegroeid, op initiatief van het onderwijs, vertelt Antje. 'De straatcultuur kwam steeds meer de scholen in. Er was behoefte om het pedagogisch klimaat binnen de school te versterken, zodat het veiliger en prettiger werd om op school te zijn. Het jongerenwerk kon daarin een goede aanvulling zijn.'

Met een mix van oprechte interesse en soms lichte jaloezie luisteren de Almeerse collega's Tineke Woudstra (projectleider veiligheid) en Innocentius Bos (beleidsadviseur jeugd) naar de ervaringen in Utrecht. In Almere staat een brede preventieve aanpak nog in de kinderschoenen. De wil is er, maar de omstandigheden zijn er (nog) niet naar. Er is te weinig geld om jongerenwerkers in de buurthuizen én op de scholen te hebben. Bovendien kampt Almere met een flink tekort op het budget voor de jeugdhulp. Dát gat dichten is urgenter dan investeren in preventie. Daarnaast zorgt de politieke kleur van de gemeenteraad ervoor dat bij veiligheid het accent vaak op repressie ligt.

Toch zien Innocentius en Tineke dat de brede beweging binnen de jeugdsector, met meer nadruk op preventie, ook Almere niet voorbijgaat. 'Als gemeente nemen we de regie om dit samen met onze partners in de stad te bespreken', zegt Innocentius. 'Maar we zitten nog in de pilotfase. Dus de aanpak in Utrecht is leerzaam om te volgen.'

'Onze boodschap aan het jongerenwerk is: overleg met de school en doe per wijk of buurt wat er nodig is.'

Vertrouwen op deskundigheid

In Utrecht werken jongerenwerkers structureel binnen negen middelbare scholen (vmbo en praktijkonderwijs). Gevraagd naar de rol van de gemeente bij dit schooljongerenwerk, benadrukt Antje de gepaste afstand die zij bewaren. 'Onze boodschap aan het jongerenwerk is: overleg met de school en doe per wijk of buurt wat er nodig is.' Ze vertrouwen hierbij op de deskundigheid van de professionals, vult Anita aan. 'Als je hen aan tafel zet, weten zij heel goed wat ze samen kunnen doen.'

'Maar hoe weet je of je kunt vertrouwen op die deskundigheid?', vraagt Tineke. Een terechte vraag, maar die is in Utrecht al niet meer aan de orde. Dat vertrouwen is er simpelweg. De gemeente heeft nauwe contacten met onderwijs en jongerenwerk, en de stedelijke jongerenwerkorganisatie is in de laatste jaren flink geprofessionaliseerd.

Gedeelde financiering

De rol van de gemeente gaat uiteraard verder dan alleen afstand bewaren. Zo is de gemeente opdrachtgever en financier van het lokale jongerenwerk. In die rol kan ze dus sturen op het beleid en de prioriteiten. In Almere en Utrecht is de samenwerking met het (voortgezet) onderwijs expliciet geformuleerd in de opdracht voor het jongerenwerk. 'Maar we zeggen daarbij niet dat het jongerenwerk alle scholen in moet', zegt Innocentius. 'Daar zouden we ook geen budget voor hebben.'

Het schooljongerenwerk in Utrecht wordt uit verschillende potjes gefinancierd. De afdeling jeugd stelt middelen beschikbaar vanuit het reguliere budget voor het jongerenwerk. Daarnaast zetten scholen hun budget voor talentontwikkeling in voor het schooljongerenwerk. Deze gedeelde financiering laat een gezamenlijke ambitie zien, waarin onderwijs, jeugd én veiligheid – die de helft van het reguliere jongerenwerk betaalt – samen optrekken.

Daarbij zet Utrecht een deel van de versterkingsgelden in om het schooljongerenwerk te verstevigen, legt Antje uit. 'Vrijwel alle jongerenwerkers hebben de meerdaagse training multicultureel vakmanschap gevolgd. We zien dat zij goed in staat zijn om signalen op te pikken en veranderingen bij jongeren te zien. En om die bespreekbaar te maken.'

Tineke Woudstra

Vroege preventie

In Almere worden de versterkingsgelden gebruikt als aanjager voor meer samenwerking tussen de scholen en het jongerenwerk. 'Voor onze aanpak radicalisering vinden wij het belangrijk dat het jongerenwerk dichter bij de scholen komt', legt Tineke uit. 'De aanpak was behoorlijk op repressie gericht en op secundaire preventie, het tijdig herkennen van signalen. In de vroege preventie kunnen we nog een slag maken.'

Samen met de afdeling jeugd trok Tineke een ervaren jongerenwerker van buitenaf aan. Ze introduceerde hem bij de middelbare scholen, 'als een vooruitgeschoven post'. Scholen die zich zorgen maken over een leerling of over gebeurtenissen in de klas, kunnen bij deze externe jongerenwerker terecht. Dat gebeurt nu al, ziet Tineke. Bij de ondersteuning van scholen worden de Almeerse jongerenwerkers meegenomen, zodat zij daarvan kunnen leren. En op termijn deze rol overnemen.

'Voor onze aanpak radicalisering vinden wij het belangrijk dat het jongerenwerk dichter bij de scholen komt'

Deze pilot is opgezet binnen de afdeling veiligheid, in het kader van de aanpak van radicalisering. Betekent dit dat jongerenwerkers met een andere opdracht de scholen ingaan dan als de pilot vanuit jeugd zou zijn opgezet? Tineke, die zelf een welzijnsachtergrond heeft, denkt van niet. 'Deze pilot wordt inderdaad betaald vanuit de versterkingsgelden en de aanpak radicalisering. Maar wij richten ons op de vroege preventie. Daarin nemen we ook voortijdig schoolverlaten en opvoedondersteuning mee.'

Anita Lubberdink en Antje Velthuis

Gedeelde visie

Tineke neemt haar collega's van het sociaal domein zoveel mogelijk mee in de pilot, maar door hoge werkdruk is dit lastig. Ook ontstaat er intern discussie, ziet Innocentius. 'We hadden een sessie over de aanpak radicalisering, en dan wordt de vraag gesteld hoeveel jongeren er daadwerkelijk radicaliseren. En hoeveel tijd we daarin steken. Wij zeggen dan: het gaat om preventie, dat gaat ons allemaal aan.'

In zo'n discussie kan het helpen om een objectieve blik toe te voegen. De pilot is onlangs geëvalueerd aan de hand van een programmascan, vertelt Tineke, waarbij de effectiviteit van de interventies 'langs de wetenschappelijke meetlat' is gelegd. Die evaluatie heeft goede aanbevelingen voor het beleid opgeleverd. Maar, misschien wel net zo belangrijk, ze heeft ook geholpen om 'zorg en veiligheid meer bij elkaar te krijgen'.

Utrecht kent al jarenlang de 'vreedzame aanpak', die breed gedragen wordt in de gemeente, de scholen en de wijken. 'Dat heeft veel goeds gedaan', vertelt Antje. 'Hoe gaan we met elkaar om? Hoe lossen we conflicten samen op? Hoe zorgen we ervoor dat we ons allemaal verantwoordelijk voelen voor onze omgeving? Wij werken daaraan vanuit jeugd en onderwijs. Maar bijvoorbeeld ook onze collega's in het team sport & samenleving doen dat. Als gemeente willen wij in de volle breedte de pedagogische basis in de stad op orde hebben.'

'Het gaat om preventie, dat gaat ons allemaal aan.'

Ambtenaar 2.0

Het succesvol aanjagen van de samenwerking tussen het onderwijs en het jongerenwerk hangt ook af van personen. In Almere gaf het onderwijs in eerste instantie aan weinig behoefte te hebben aan jongerenwerkers binnen de scholen. Maar voor de pilot met de jongerenwerker van buitenaf kreeg Tineke de scholen snel mee. 'Het hielp daarbij dat ik onderdeel ben van het schoolveiligheidsnetwerk. Ik zit regelmatig met al die scholen aan tafel. Daardoor vertrouwen ze mij.'

In het gesprek komt een aantal keren het belang naar voren van goede relaties en contacten. 'Ik spreek de directeur van het jongerenwerk wekelijks', zegt Antje. Innocentius herkent hierin de manier van werken van de 'ambtenaar 2.0'. 'Als gemeente heb je zelf niet alle expertise in huis. We moeten het dus hebben van de geluiden en de input van de partners in de stad.'

Anita bezoekt regelmatig scholen in Utrecht. 'We voeren dan brede gesprekken, niet alleen over de samenwerking met het jongerenwerk. Zo horen we wat er allemaal speelt.' Antje onderstreept dit. 'We moeten regelmatig de peilstok erin steken. Weten de professionals elkaar te vinden? Juist ook op de thema's die spelen in de wijken? Daar hebben wij als gemeente echt een rol in.'

Laatste tip

De context in beide gemeenten is heel verschillend, maar het uitwisselen van ervaringen levert altijd nieuwe ideeën en inspiratie op. De bereidheid om van elkaar te leren is prijzenswaardig. Voordat iedereen z'n tas weer heeft ingepakt, geeft Antje nog snel een laatste tip mee aan Almere. 'Maak het niet te groot. Begin op die scholen waar de meeste behoefte is. Dan ontstaat echt de toegevoegde waarde.'

Inzichten en aanbevelingen

  • Gemeenten hebben een essentiële rol in het stimuleren, faciliteren en (co)financieren van de lokale samenwerking tussen jongerenwerk en onderwijs. Tegelijkertijd moeten ze voor de inhoudelijke invulling zoveel mogelijk (kunnen) vertrouwen op het vakmanschap van de betrokken professionals.
  • Gemeenten kunnen de samenwerking tussen onderwijs en jongerenwerk, ook in het licht van de aanpak van radicalisering, zowel vanuit het veiligheidsdomein als vanuit het sociaal domein aanjagen. In beide gevallen is het belangrijk dat ook de collega's uit het andere domein actief worden betrokken.
  • Voor een effectieve samenwerking helpt het als er een pedagogische en maatschappelijke visie bestaat die breed gedeeld wordt binnen de gemeente en haar partners in het veld, zoals scholen en welzijnsorganisaties.
  • Om de samenwerking in de praktijk te stimuleren en te monitoren zijn goede relaties en contacten met alle betrokken partijen voor de gemeente essentieel.
  • Soms is het raadzaam om de samenwerking tussen scholen en jongerenwerk in eerste instantie niet te groot te maken. Een gemeente kan klein beginnen en vanuit daar partijen meekrijgen en de samenwerking uitbreiden.